De geheimen van de Boeddha
Werd de Grote Boeddha na de bouw nog beschermd door een overkapping, inmiddels bedekken mossen en struikgewas de sculptuur als een natuurlijke pij. Vanwege erosie heeft het beeld al heel wat facelifts gekregen. Iets anders wat meteen opvalt zijn de flinke oorlellen, vaste prik bij boeddhabeelden. Volgens overleveringen was Gautama Boeddha, de grondlegger van het boeddhisme, een prins die met edelstenen ingezette oorbellen droeg. Om zich te kunnen concentreren op zijn verlichting, deed hij er afstand van en scheerde hij zijn hoofdhaar. Zijn lange oorlellen staan sindsdien symbool voor de bewuste afwijzing van de materialistische wereld. Over de knopjes die altijd op het hoofd van Boeddha worden afgebeeld, doen verschillende verhalen de ronde. Volgens sommigen zijn het slakken, die met hun slijm zijn tere hoofdhuid beschermen tegen zonlicht.
Het getemde water
Bij het dorp Leshan, waar de Grote Boeddha naar is vernoemd, komen 3 rivieren samen, de Minjiang, de Dadu en de Qingyi. Die waren ooit zo onstuimig dat er regelmatig boten zonken. De monnik Haitong vond dat er een boeddha nodig was om het water tot rust te brengen. In 713 begon hij met het houwen van een beeld uit het rode gesteente boven de driesprong. Pas een eeuw later was de beeltenis met behulp van anderen af. Tijdens het beeldhouwen werden weggehakte brokstukken in het water gestort. De rivierloop werd hierdoor gedempt en het water ging minder wild stromen – al vertellen de inwoners van Leshan hun eigen, spirituele variant op deze geschiedenis. Hoe het ook precies zit, feit is dat Boeddha kalm uitkijkt over het water, en zo de schijn wekt dat hij het was die haar temde.